Stabiliteitsonderzoek-trekproef
Stabiliteitsonderzoek-trekproef
Bij een windworpsimulatie, ook wel trekproef genoemd, wordt de stabiliteit van de een boom op gecontroleerde wijze beproefd. Aanleiding voor een trekproef kan bijvoorbeeld wortelschade, scheefstand of een aantasting aan het wortelgestel zijn.
De windworpsimulatie ofwel de dynamische trekproef wordt ingezet om de stabiliteit en breukvastheid van bomen te bepalen. De methodiek heeft een wetenschappelijke basis: als een boom bij een belasting van 40% van een kracht niet verder uit het lood komt dan 0,25o, dan is de boom sterk genoeg om 100% van die kracht te doorstaan (Wessolly & Erb, 1998: Baumstatik). De ‘kiepkracht’ is de minimale kracht die gedurende een korte tijd benodigd is om een boom om te ‘kiepen’ of te kantelen. Voorafgaand aan de proef wordt voor de boom een specifieke windworpcurve berekend en uitgezet. Als referentie geldt de kiepkracht die bij de kritische windsnelheid (Eurocode) op de boom wordt uitgeoefend.
Werkwijze:
- Met behulp van een lierkabel hoog aan de stam van een boom wordt een kracht uitgeoefend. De kracht op de lierkabel wordt geregistreerd met een elektronische krachtopnemer.
- Tijdens de proef wordt gelijktijdig het kantelen van de stamvoet vastgelegd met behulp van elektronische hoekmeters. De hellingshoeken worden daarbij in de richting van alle vier de windstreken geregistreerd.
Analyse:
- Het uitzetten van een boom specifieke windworplijn die weergeeft hoe sterk of zwak de boom verankerd staat als hij bij een kritische windsnelheid
om zou waaien. - De tweede stap wordt gevormd door de krachten die tijdens de proef op de boom werden uitgeoefend te vertalen naar percentages van de kiepkracht of het bezwijkmoment en deze als een reeks in dezelfde grafiek uit te zetten.
- Vervolgens kunnen de veiligheidsmarges bij verschillende windsnelheden worden berekend.
Het is in de normering (o.a. die van het bouwwezen) gebruikelijk om een veiligheidsmarge in te bouwen: Onder normale omstandigheden wordt een veiligheidsfactor van 1,4 toegepast (140%). Dit kan ook de natuurlijke veiligheidsfactor worden genoemd, omdat deze mede is afgeleid uit proeven met tientallen gezonde bomen. Tot slot wordt een boomspecifiek advies opgesteld op basis van het totaalbeeld van de analyse, de standplaats en de oorsprong van eventueel aanwezige stabiliteitsproblemen.